VAT in the Digital Age – conclusies van de studie van de Europese Commissie over DDR
De Europese Commissie heeft de definitieve studie gepubliceerd die voortkomt uit de in 2020 gelanceerde openbare raadpleging, genaamd "BTW in het digitale tijdperk". Het doel van dit initiatief is om het kader van digitale btw-diensten te analyseren om het aan te passen aan het digitale tijdperk en nieuwe bedrijfsmodellen.
De raadpleging was bedoeld om de mening van belanghebbenden te peilen over de vraag of de huidige btw-regels geschikt zijn voor het digitale tijdperk, en hoe digitale technologie zowel kan worden gebruikt om de lidstaten te helpen btw-fraude te bestrijden als in het voordeel van de bedrijven. Er is gezocht naar standpunten met betrekking tot btw-rapportageverplichtingen (DDR) en elektronische facturatie, de btw-behandeling van de platformeconomie en het gebruik van één EU-btw-register.
DDR of Digital Reporting Requirements
Het eerste deel van het onderzoek gaat in op de vereisten van het digitale belastingaangifterapport. Dat wil zeggen, elke verplichting van btw-belastingplichtigen om periodiek of continu gegevens over hun transacties digitaal aan te leveren, onder meer door middel van verplichte elektronische facturatie, aan de belastingdienst.
Er zijn momenteel verschillende modellen die kunnen worden ingedeeld afhankelijk van de rapportagefrequentie en de te communiceren gegevens. Het belangrijkste onderscheid in soorten btw-aangifte komt van de rapportagefrequentie:
- Periodieke Transactiecontroles (Periodic Transaction Controls - PTC), waarbij op gezette tijden transactiegegevens worden gerapporteerd aan de Belastingdienst. In de EU verwijst dit model naar btw-lijstsystemen en rapportage via het SAF-T-systeem.
- Continue Transactiecontroles (Continuous Transaction Controls - CTC), waarbij transactiegegevens vlak voor, tijdens of kort na de daadwerkelijke uitwisseling van dergelijke gegevens tussen partijen elektronisch worden ingediend bij de belastingdienst. De CTC omvatten realtime informatiemechanismen en verplichte elektronische facturatie, met of zonder validatie.
Rekening houdend met zowel de frequentie als de vereiste gegevens, zijn er vier soorten elektronische btw-modellen in de Europese Unie.
Gebaseerd op PTC's
- BTW-lijsten (VAT Listing): De btw-lijst is de verplichting voor belastingplichtigen om btw-transactiegegevens in te dienen volgens een nationaal formaat.
- SAF-T: SAF-T (Standard Audit File for Tax) is een op de XML-standaard gebaseerd type bestand dat internationaal wordt gebruikt voor de elektronische uitwisseling van belastinggegevens. Dit bestand verzamelt betrouwbare informatie waarmee de belastingdienst of een externe accountant eventuele afwijkingen in de boekhouding van een bedrijf snel kan detecteren.
Gebaseerd op CTC's
- Realtime aangifte: Realtime-informatie is de verplichting van de belastingplichtige om transactiegegevens kort na het uitreiken van de factuur door te geven. De benodigde gegevens kunnen uit de factuur gehaald worden, maar het is niet nodig om de factuur zelf naar de Belastingdienst te sturen.
- Hongarije
- Spanje
- Italië
- Elektronische facturatie: Elektronische facturatie is een compliancesysteem dat belastingbetalers verplicht om een gestructureerde elektronische factuur uit te geven voor btw-doeleinden. De elektronische factuur in zijn geheel, of een reeks gegevens daaruit, moet vóór of kort daarna aan de belastingdienst worden bezorgd. De belastingplichtige kan de elektronische factuur rechtstreeks naar zijn klanten sturen en delen met de belastingdienst. Als alternatief kan de belastingplichtige eerst langs de belastingdienst moeten gaan, hetzij om voorafgaande toestemming te verkrijgen, hetzij door gebruik te maken van een centraal IT-platform, dat op zijn beurt de elektronische factuur aan de klant bezorgt.
Momenteel hebben in de Europese Unie 12 landen al een soort verplichting ingevoerd met betrekking tot elektronische belastingaangifte. Maar slechts drie landen hebben realtime CTC-modellen aangenomen: Spanje (SII), Hongarije (RTIR) en Italië.
De EU schat de jaarlijkse nettovoordelen op 8 miljoen euro in de lidstaten waar een of ander model voor elektronische btw-aangifte is ingevoerd.
Analyse van de situatie
Het bestaan van nationale modellen en het ontbreken van communautaire regelgeving met betrekking tot de elektronische belastingaangifte genereert enerzijds een versnippering van de markt die zich vertaalt in rechtsonzekerheid, en veronderstelt anderzijds een hoge administratieve last voor bedrijven die grensoverschrijdend opereren.
Het onderzoek vergelijkt gegevens van belastingdiensten voor en na de invoering van DDR en concludeert dat de effectiviteit van belastingcontroleactiviteiten is toegenomen.
Ongeacht het type elektronische melding dat in de lidstaten is ingevoerd, wordt na de raadpleging geconcludeerd dat risicoanalyse en fraude-identificatie moeten worden verbeterd. Dit wordt bereikt dankzij het automatisch kruisen van gegevens en het verzamelen van informatie tussen zakenpartners.
Met de modernisering van de verplichtingen met betrekking tot de btw-aangifte wordt beoogd:
- Garanderen van een soepelere en gedetailleerdere uitwisseling van btw-informatie bij intracommunautaire transacties.
- Optimaliseren van mechanismen in nationale transacties.
- Een beter gebruik van technologie om fraude het hoofd te bieden.
Verbeteringen in belastingcontroleactiviteiten, samen met het stimuleren van de naleving door belastingbetalers en het verminderen van fouten en omissies, leidden tot een significant positief effect van de DDR op de btw-inkomsten. Afhankelijk van de verschillende modellen en econometrische specificaties werd de stijging van de btw-inkomsten in de periode 2014-2019 geschat op 19 tot 28 miljard euro in de lidstaten die in deze periode een CRR hebben ingevoerd. Dit komt overeen met een jaarlijkse stijging van de btw-inkomsten van 2,6% tot 3,5% en een equivalente stijging van de btw-tarieven van 0,6 tot 0,8 procentpunt.
De meerkosten voor de Belastingautoriteiten waren een fractie van de behaalde baten. De jaarlijkse aanvraagkosten werden geschat op tussen € 0,6 en € 1,1 miljoen voor btw-aangifte en SAF-T-systemen, tussen € 4,5 en € 16,5 miljoen voor realtime vereisten en € 25 miljoen euro voor facturatie. De meeste kosten bestonden uit IT-installatiekosten en lopende kosten vertegenwoordigden tussen 5% en 20% van de totale investeringsuitgaven.